Bent u gescheiden, heeft u na de scheiding gezamenlijk met uw ex het gezag over uw kinderen behouden en overweegt u om samen met de kinderen te gaan verhuizen? Dat het niet verstandig is om deze verhuizing op eigen houtje en zonder overleg met uw ex door te zetten blijkt maar weer eens uit een uitspraak van het Hof Amsterdam van 21 maart 2017 (ECLI:NL:GHAMS:2017:965).

In eerste instantie heeft de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, aan de moeder vervangende toestemming verleend om samen met de dochter van partijen te verhuizen. De vader is van deze beslissing in hoger beroep gekomen en heeft het Hof gevraagd om de beschikking van de rechtbank te vernietigen. Vader stelt o.a. dat hij nooit toestemming voor de verhuizing heeft gegeven, dat moeder de noodzaak van de verhuizing niet heeft onderbouwd en dat moeder geen economisch belang bij de verhuizing heeft. Verder meent vader dat de rechtbank voorbij is gegaan aan de nadelige consequenties die de verhuizing voor hun dochter met zich meebrengt. De moeder heeft de dochter, zonder dat daar noodzaak voor was, uit haar vertrouwde en veilige leefomgeving gehaald. Moeder betwist de stellingen van vader.

In zijn overweging rekent het Hof het de moeder zwaar aan dat zij weliswaar een verzoek tot vervangende toestemming bij de rechtbank heeft ingediend (op 30 april 2016), maar dat zij voor die tijd al samen met de dochter is verhuisd (in februari 2016). Het Hof oordeelt dat moeder, door zonder toestemming van vader een wijziging aan te brengen in de woonplaats van hun dochter, eigenmachtig en in strijd met het uitgangspunt van de gezamenlijke gezagsuitoefening door beide ouders heeft gehandeld. Moeder heeft daarbij de belangen van de dochter en van de vader veronachtzaamd. In zekere zin heeft moeder op die wijze vader, en ook de rechtbank, met de reeds doorgezette verhuizing voor een voldongen feit geplaatst, aldus het Hof. Daar komt bij dat ook over zaken als de huisarts, school en buitenschoolse opvang voorafgaand aan de verhuizing geen overleg tussen de ouders is geweest. Het Hof is verder van oordeel dat moeder de noodzaak van de verhuizing onvoldoende heeft aangetoond. Moeder heeft niet aangetoond dat zij een economisch belang had bij de verhuizing en dat het voor moeder niet mogelijk was om in de (buurt van de) voormalige woonplaats van partijen een (huur)woning te vinden. Verder is gebleken dat door de verhuizing de communicatie tussen de ouders is verslechterd en dat de ouders onvoldoende in staat zijn zaken aangaande hun dochter in onderling overleg af te stemmen.

Het Hof erkent overigens wel dat moeder een groot belang heeft bij toewijzing van haar verzoek tot vervangende toestemming voor de verhuizing, nu moeder inmiddels al een jaar met de dochter in haar huidige woonplaats woont, waar de dochter is gestart op de basisschool en de naschoolse opvang bezoekt. Bovendien is de afstand naar haar werk korter.

Daartegenover staat het belang van de vader om zijn dochter in zijn directe omgeving te zien opgroeien en om een volwaardig aandeel van de zorg van de dochter op zich te nemen, aldus het Hof. Door de verhuizing is dit minder goed mogelijk.

Het belang van de dochter is er enerzijds in gelegen dat haar ouders dicht bij elkaar wonen, maar anderzijds is zij gediend bij de rust en continuïteit die zij heeft bij de huidige situatie. Dit laatste zou bij een terugverhuizing in het gedrang kunnen komen. In tegenstelling tot het advies van de Raad voor de Kinderbescherming meent het Hof echter dat de dochter voldoende flexibel is om een terugverhuizing aan te kunnen. Het Hof neemt daarbij in aanmerking, dat de dochter al ruim 3,5 jaar in haar vorige woonplaats heeft gewoond en daar wortels heeft. Volgens het Hof zal het belang van de dochter er niet onder leiden als zij terug verhuist naar haar vorige woonplaats en aldaar start op de basisschool.

De beslissing van het Hof is dan ook, dat moeder samen met de dochter moet terugverhuizen. De moeder krijgt daarvoor de tijd tot de aanvang van het nieuwe schooljaar, zodat de dochter per die datum op haar nieuwe school kan starten.

Uiteraard is het van belang dat u als ouders ingrijpende wijzigingen zoals een verhuizing met elkaar bespreekt en probeert om er samen afspraken over te maken. Soms lukt dat echter niet. In die situatie kunt u de rechtbank om vervangende toestemming voor de verhuizing met uw kind vragen. Uit de uitspraak van het Hof Amsterdam volgt dat het verstandig is om dit voorafgaand aan de verhuizing te doen. Volgens vaste rechtspraak wordt bij de beoordeling van het verzoek een aantal aspecten in aanmerking genomen, waaronder de noodzaak om te verhuizen, de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid, de geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor het kind en de andere ouder te verzachten, de rechten van de andere ouder en het kind op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving en de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met mr. Janny de Graaf-Bakker. Dit kan per telefoon (0591 239067) of per email (info@jannydegraaf.nl).