Aanstaande echtgenoten kunnen voorafgaand aan hun huwelijk huwelijkse voorwaarden sluiten. Deze voorwaarden gaan werken vanaf het tijdstip waarop het huwelijk wordt voltrokken. Daarnaast kunnen echtgenoten tijdens hun huwelijk huwelijkse voorwaarden sluiten. De voorwaarden treden dan in werking op de dag volgend op de dag waarop de akte is verleden, tenzij partijen in de akte een andere datum zijn overeengekomen.

Met het overeenkomen van huwelijkse voorwaarden kunnen partijen afwijken van de algemene regel dat er door het huwelijk een gemeenschap van goederen ontstaat (voor huwelijken gesloten tot en met 31 december 2017) danwel dat er door het huwelijk een beperkte gemeenschap van goederen ontstaat (voor huwelijken gesloten vanaf 1 januari 2018) . Partijen kunnen bij huwelijkse voorwaarden niet afwijken van de rechten die zij op grond van het ouderlijk gezag hebben en ook niet van de rechten die de wet aan een langstlevende echtgenoot toekent.

Huwelijkse voorwaarden kunnen alleen geldig worden aangegaan, indien zij in een notariƫle akte zijn opgenomen. Ook een wijziging van de voorwaarden moet door middel van een notariƫle akte geschieden. De huwelijkse voorwaarden worden ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Dit is een openbaar register dat door iedereen kan worden geraadpleegd. Het belang van de inschrijving is, dat alleen dan bepalingen in de huwelijkse voorwaarden tegen derden, die daarvan niet op de hoogte waren, kunnen worden tegengeworpen.

In principe kunnen partijen zelf bepalen wat zij in de huwelijkse voorwaarden willen vastleggen. Wel zijn er enkele wettelijke beperkingen. Zo mogen de voorwaarden niet in strijd zijn met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde. Daarnaast kunnen partijen niet bepalen dat een van hen tot een groter aandeel in de schulden is gehouden dan zijn aandeel in de goederen van de gemeenschap beloopt. In huwelijkse voorwaarden worden in het algemeen afspraken gemaakt over o.a. de verdeling van de kosten van de huishouding, de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden in geval van overlijden of scheiding (verreken beding) en over de pensioenen.

In het algemeen kan er een onderverdeling worden gemaakt in huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting, met een periodiek verrekenbeding of met een finaal verrekenbeding.

Het komt regelmatig voor dat partijen bij de echtscheiding van mening verschillen over de inhoud van de huwelijkse voorwaarden, bijvoorbeeld hoe er moet worden afgerekend. De Hoge Raad heeft overwogen dat in zo’n situatie de letterlijke tekst van de voorwaarden niet altijd doorslaggevend is (de Haviltex-maatstaf). Het komt dan aan op de betekenis die partijen, op grond van de omstandigheden waaronder de voorwaarden zijn gesloten, over en weer redelijkerwijs aan die voorwaarden mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan ook van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke kennis van het recht van zodanige partijen mag worden verwacht.