Indien de vader, die het kind heeft erkend, niet de biologische vader van het kind is, kan er een verzoek tot vernietiging van de erkenning worden gedaan door:

  1. het kind, tenzij het bij de erkenning al meerderjarig was;
  2. de vader, indien hij tot de erkenning is bewogen door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens zijn minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden;
  3. de moeder, indien zij tot het geven van toestemming voor de erkenning is bewogen door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden;
  4. het Openbaar Ministerie, indien de erkenning in strijd met de Nederlandse openbare orde is.

Het verzoek tot vernietiging van de erkenning moet bij de rechtbank worden ingediend. Het kind moet dit verzoek binnen drie jaren nadat het bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is, indienen. Is het kind dan nog minderjarig, dan kan het verzoek uiterlijk drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden, worden ingediend.

Voor de vader en moeder gelden de volgende termijnen. Is er sprake van bedreiging of misbruik van omstandigheden, dan moet het verzoek binnen een jaar nadat de bedreiging of het misbruik van omstandigheden heeft opgehouden te werken, worden ingediend. Is er sprake van bedrog of dwaling, dan moet het verzoek binnen een jaar nadat de verzoeker het bedrog of de dwaling heeft ontdekt worden ingediend.

Nadat de vernietiging van de erkenning een feit is geworden, wordt geacht dat de erkenning nooit gevolg heeft gehad.

Indien de duomoeder, die het kind heeft erkend, niet de biologische moeder van het kind is, kan er een verzoek tot vernietiging van de erkenning worden gedaan door:

  1. het kind, tenzij het bij de erkenning al meerderjarig was;
  2. de duomoeder, indien zij tot de erkenning is bewogen door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden;
  3. de moeder (uit wie het kind is geboren), indien zij tot het geven van toestemming voor de erkenning is bewogen door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens haar minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden;
  4. het Openbaar Ministerie, indien de erkenning in strijd met de Nederlandse openbare orde is.

Voor het overige geldt hetzelfde als hierboven staat vermeld ten aanzien van de vernietiging van de erkenning door de vader.