Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding heeft u na de scheiding recht op de helft van het pensioen dat uw ex-partner tijdens het huwelijk heeft opgebouwd. Dit geldt ook in het geval u van tafel en bed bent gescheiden of wanneer u een geregistreerd partnerschap heeft gehad. Het is overigens mogelijk om in een akte huwelijkse voorwaarden, in partnerschapsvoorwaarden of in een echtscheidingsconvenant overeen te komen dat u afziet van verevening van pensioenrechten. Voor alle duidelijkheid: de verevening geldt niet voor de AOW-uitkering, een vut-uitkering of lijfrentepolissen.

Indien u kiest voor verevening van pensioenrechten dient u dat binnen twee jaar na de datum van echtscheiding aan de pensioenuitvoerder van uw ex-partner te melden. U kunt hiervoor gebruikmaken van het formulier ‘Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van ouderdomspensioen’. De pensioenuitvoerder zal vervolgens dat deel van het pensioen waarop u aanspraak kunt maken rechtstreeks aan u voldoen. Doet u binnen twee jaar geen melding aan de pensioenuitvoerder, dan verliest u daarmee niet het recht op uw deel van het pensioen. U dient zich in die situatie alleen tot uw ex-partner te wenden om betaling van uw deel van het pensioen te verkrijgen. Om mogelijke problemen te voorkomen is het dus raadzaam om tijdig het formulier aan de pensioenuitvoerder toe te zenden.

Voorbeeld:
Jan en Truus besluiten om na een huwelijk van 10 jaar van elkaar te scheiden. Jan heeft tijdens het huwelijk € 5.000,00 pensioen opgebouwd. Vanaf het moment dat Jan met pensioen gaat heeft Truus recht op de helft van het pensioen van Jan. Truus heeft tijdens het huwelijk 10.000,00 pensioen opgebouwd. Vanaf het moment dat Truus met pensioen gaat heeft Jan recht op de helft van het pensioen van Truus.

Vaak is het zo, dat het pensioen wordt geïndexeerd. Dit houdt in dat het pensioen jaarlijks wordt verhoogd. Op die manier blijft de koopkracht van het pensioen op peil. Is er sprake van indexering, dan geldt dit ook voor het deel van het pensioen dat aan de ex-partner is toebedeeld. De hoogte van het pensioen kan ook worden beïnvloed door de beslissing van uw ex-partner om de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat uit te stellen of te vervroegen. Het ouderdomspensioen wordt daardoor hoger respectievelijk lager. Indien uw ex-partner de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen wijzigt, geldt deze nieuwe datum ook voor u.

Voorbeeld:
Marco en Greetje hebben er bij de scheiding voor gekozen om het ouderdomspensioen te verdelen. Geertje krijgt vanaf de 65e verjaardag van Marco € 10.000,00 van het ouderdomspensioen van Marco. Marco kiest er echter voor om twee jaar eerder met pensioen te gaan. Dit heeft invloed op de hoogte van zijn ouderdomspensioen. Het ouderdomspensioen van Marco wordt daardoor 17% lager. Greetje krijgt vanaf de 63e verjaardag van Marco € 8.300,00 van het ouderdomspensioen van Marco.

Ook het overlijden van u of uw ex-partner heeft invloed op het uit te keren ouderdomspensioen. Overlijdt u eerder dan uw ex-partner, dan krijgt uw ex-partner weer het volledige door hem opgebouwde ouderdomspensioen. Overlijdt uw ex-partner eerder dan u, dan vervalt uw recht op een deel van zijn ouderdomspensioen.

Voorbeeld:
Bart en Paula zijn 10 jaar geleden gescheiden. Alleen Bart heeft ouderdomspensioen opgebouwd. Bij de scheiding is voor verdeling van het pensioen gekozen. Vanaf de pensionering van Bart ontvangt Paula jaarlijks € 10.000,00 van het ouderdomspensioen van Bart. Bart zelf krijgt vanaf zijn pensionering € 12.000,00 per jaar. Drie jaar na de pensionering van Bart overlijdt Paula. Vanaf de datum waarop Paula is overleden ontvangt Bart zijn volledige ouderdomspensioen van € 22.000,00.

Het is mogelijk dat uw ex-partner ook over een nabestaandenpensioen beschikt. Een nabestaandenpensioen is een uitkering die de overblijvende partner bij overlijden van de andere partner ontvangt. Er zijn twee vormen van nabestaandenpensioen, namelijk nabestaandenpensioen op ‘opbouwbasis’ en nabestaandenpensioen op ‘risicobasis’. Bij scheiding kan het opgebouwde nabestaandenpensioen worden toebedeeld aan de ex-partner. Er wordt dan gesproken van een bijzonder nabestaandenpensioen, omdat u ten tijde van het overlijden van uw ex-partner al gescheiden bent. Het betreft dan het nabestaandenpensioen dat is opgebouwd tot de datum van echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap. De hoogte van het nabestaandenpensioen hangt dus niet samen met de duur van het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Op grond van de wet hebben ongeregistreerd samenwonenden geen recht op nabestaandenpensioen. In de desbetreffende pensioenregeling of in een eventueel samenlevingscontract kan hiervan worden afgeweken. Mocht uw ex-partner na de scheiding met een ander in het huwelijk treden, dan behoudt u uw recht op nabestaandenpensioen. Vaak staat in de polis van het ouderdomspensioen vermeld of er sprake is van een nabestaandenpensioen. Vermeldt de polis dat er sprake is van een verzekering ‘op risicobasis’, dan bestaat er geen recht op pensioen voor de ex-partner.

Voorbeeld:
Frans en Anita zijn na een huwelijk dat 5 jaar heeft geduurd van elkaar gescheiden. Frans heeft op dat moment € 20.000,00 ouderdomspensioen opgebouwd. Het opgebouwde nabestaandenpensioen bedraagt 70%, dus € 14.000,00. Na de scheiding heeft Anita recht op de helft van het ouderdomspensioen dat gedurende het huwelijk is opgebouwd. Daarnaast behoudt Anita haar recht op het volledige nabestaandenpensioen van € 14.000,00.

De wet gaat uit van een standaardverdeling van de pensioenen, zoals hierboven aangegeven. De ex-partner krijgt de helft van het ouderdomspensioen dat de andere partner tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap heeft opgebouwd en het gehele nabestaandenpensioen dat tot het moment van de scheiding is opgebouwd. Het is echter mogelijk dat u beiden van deze standaardverdeling afwijkt. Zo kunt u de wettelijke verdeling uitsluiten of een andere verdeling overeenkomen.

Voorbeeld:
Dirk en Margreet besluiten na vijf jaar te hebben samengewoond om te gaan trouwen. Helaas houdt het huwelijk maar 2 jaar stand. Zij besluiten samen dat zowel het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd moet worden verdeeld als het ouderdomspensioen dat tijdens de samenwoning is opgebouwd. Zij delen hun afspraak aan de pensioenuitvoerder mee.

Wanneer u na de scheiding opnieuw gaat trouwen of samenwonen behoudt u uw recht op een deel van het ouderdomspensioen van uw ex-partner. Heeft u na uw scheiding recht op een bijzonder nabestaandenpensioen, dan verandert ook daarin veelal niets als u opnieuw gaat trouwen of samenwonen. Wel is het zo, dat de pensioenregeling soms bepaalt dat in die situatie het bijzonder nabestaandenpensioen vervalt.

Tot slot moet u zich realiseren dat, indien uw ex-partner bij de scheiding een recht op bijzonder nabestaandenpensioen heeft behouden, er voor uw nieuwe partner geen volledig nabestaandenpensioen meer beschikbaar is.

Voorbeeld:
Henk is op zijn 45e gescheiden. Zijn ex-echtgenote Marja heeft na de scheiding een aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen van € 10.000,00. Henk hertrouwt op zijn 50e met Anja. Het totale nabestaandenpensioen van Henk bedraagt € 15.000,00. Omdat Marja recht heeft op een bijzonder nabestaandenpensioen van € 10.000,00, resteert er voor zijn huidige partner Anja nog slechts een nabestaandenpensioen van € 5.000,00.